Het gedeelte ‘Groen’ in het woord ‘Groenbeleidsplan’ omvat alle groenelementen binnen de gemeente Opmeer. Het kan gaan om parken, perken, bloembakken en bomen. Maar ook om groen op het dak of aan de gevel van een gebouw. Er is een onderverdeling te maken tussen de omgeving van de woonkernen en de landelijke omgeving van het buitengebied.
Groenelementen zijn onderdelen in de openbare ruimte bestaande uit o.a. houtachtige gewassen zoals heesters en/of bomen en kruidachtige gewassen, zoals vaste planten en grasachtigen.
In de omgeving van de woonkernen is het groen een onderdeel van de woonstructuur naast bebouwing, verharding en watergangen. Groenelementen binnen deze structuur zijn solitaire (straat)bomen, bomenrijen, vakken met heesters of gazon, vaste plantenborders, bosplantsoen, plantsoenen, parken, begraafplaatsen en sportvelden.
Buiten de woonkernen bepaalt de inrichting van het landschap de structuur. In het geval van Opmeer is dit het polderlandschap dat een agrarische inrichting heeft. Hieronder vallen ook de uitgestrekte graslanden. Dit zijn dus wel groenelementen binnen de gemeentelijke grenzen, maar ze vallen buiten het dagelijkse beheer van de gemeente. De graslanden dragen wel bij aan het groene karakter van het buitengebied. De hoofdstructuur wordt naast de agrarische verkaveling en de gemeentelijke groenelementen bepaald door de patronen van wegen en watergangen en ruimtelijke elementen als dijken en cultuurhistorische bebouwing. Voorbeelden van groenelementen in het buitengebied (al dan niet in beheer bij de gemeente) zijn: bomenlanen, erfbeplantingen, weilanden, recreatiegebieden en natuurgebieden.
Groenelementen heesters, bomen, gazon en bosplantsoen.
De gemeente Opmeer heeft zichzelf de taak opgelegd om indien nodig elke vier jaar een actualisatie door te voeren van beleids- en beheerplannen. Het bestaande groenbeleidsplan is in wezen een herziening van het plan uit 2009. De laatste aanpassingen zijn van het jaar 2018, het jaar waarop ook de website tot stand is gekomen. Met die laatste actie is het beleid veel toegankelijker geworden. Het is van belang om deze toegankelijkheid en transparantie in stand te houden, om draagvlak te behouden bij het gemeentebestuur, bij iedereen die van ambtswege betrokken is (zoals de eigen groendienst), bij bedrijven, (sport)verenigingen en bij de burgers.
In 2023 is het groenplan voor 1 jaar vastgesteld. Er was meer tijd nodig om een gedegen besluit te kunnen nemen voor het vaststellen voor een periode van 10 jaar.
Door de jaren heen is sprake van ontwikkelingen die om een actualisatie vragen van het plan. Daarbij speelden:
In het vorige beheerplan is een vergelijking gemaakt met de beheerkosten van collega beheerders. Inmiddels blijkt dat deze vergelijking alleen maar tot verwarring leidt. Historische kernen zoals de kern Brielle of Naarden, werden vergeleken met moderne inrichtingen. Ook werd geen rekening gehouden met leeftijd van beplantingen, grondslag en te treffen verkeersmaatregelen. Om die redenen is dit onderdeel niet meer meegenomen in het plan.
Meer biodiversiteit door extensief beheer.
Om de leesbaarheid en daarmee de toegankelijkheid van het Groenbeleidsplan te verhogen is gekozen voor een duidelijke opbouw. Daarbij is de visie van de gemeente Opmeer vanzelfsprekend leidend voor het plan. Die visie op de openbare ruimte, het groen en de ruimtelijke structuur heeft geleid tot ambities: het steeds beter willen vervullen van de onderwerpen die de gemeente belangrijk vindt binnen het groenbeleid. De ambities zijn verwoord in enkele thema’s. Deze opsplitsing maakt dat het groenbeleidsplan niet alleen theorie bevat maar vooral ook een praktische inhoud krijgt. De gekozen thema’s zijn biodiversiteit, klimaatadaptatie, duurzaamheid, gezondheid/welzijn, communicatie/samenwerking en beheer. Geen enkel thema kan behandeld worden zonder dat daar communicatie/samenwerking plaatsvindt en zonder dat daarbij gericht beheer uitgevoerd wordt. Om die reden zijn communicatie/samenwerking en beheer als overstijgende thema’s opgenomen.
In de hiervoor beschreven volgorde is te zien dat het plan ‘van groot naar klein’ is opgebouwd: alle tekst staat in dienst van de tekst die erboven staat; teruglezend kan steeds herleid worden waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Deze opbouw is ook praktisch te weerspiegelen, bijvoorbeeld: het gazon in wijk A wordt niet meer kort gemaaid vanwege verhoging van de biodiversiteit. Deze moet toenemen omdat dit een ambitie is. Het is een ambitie omdat het de visie van de gemeente verwezenlijkt. De visie is naast overtuiging ook ontstaan omdat de Nederlandse overheid meer aandacht vraagt voor biodiversiteit. Etc.
Dit groenbeleidsplan gaat over alle groenelementen die onder het dagelijks beheer vallen van de gemeente Opmeer. Daarbij bestaat voor wat betreft beheereigendom maar ook qua uitstraling een wezenlijk verschil tussen het wat kleinschaligere groen in de woonkern en de uitgestrektheid van het buitengebied. Hoe het ook zij, de gemeente wil op regelmatige basis een herziening doorvoeren van het groenbeleidsplan. Het groenbeleidsplan heeft een looptijd 10 jaar (2024 tot en met 2033).
Het groot aantal waarden en functies geeft aan wat groen voor de toekomst, voor de openbare ruimte en voor de gebruikers daarvan kan betekenen. Belangrijkste ambitie van de gemeente is het groen steeds aan te laten sluiten op de thema’s biodiversiteit, klimaatadaptatie, duurzaamheid en gezondheid/welzijn. Daarnaast zijn er twee overkoepelende thema’s, te weten beheer en communicatie. De twee laatstgenoemde zijn niet los te zien van ieder thema, reden om ze als ‘overkoepelend’ te bestempelen.
In dit groenbeleidsplan is behalve aan specifiek beleid eveneens aandacht besteed aan de uitvoering daarvan (het beheer). Door steeds te toetsen aan genoemde thema’s maakt de gemeente Opmeer zo optimaal mogelijk gebruik van de veelheid aan waarden en functies. Binnen het beheer wordt hier duidelijk richting aan gegeven door steeds vast te leggen (of jezelf af te vragen) op welk thema de actie aansluit: alles moet één of meerdere thema’s dienen. Ter verduidelijking is in het tweede deel van dit groenbeleidsplan een aantal voorbeelden per thema opgenomen.
Binnen het beheer is de vervangingsopgave beschreven, om vervolgens een splitsing te maken naar bomen en het overige groen. Binnen het groen, anders dan individueel beheerde bomen, wordt gewerkt conform de Kwaliteitsgids Openbare Ruimte (KOR). De gemeente Opmeer beheert momenteel gemiddeld op kwaliteitsniveau B. Dit niveau houdt in dat het groen naar behoren kan functioneren. Versobering leidt is sommige gevallen tot een onacceptabel beeld. Het kan zelfs leiden tot mogelijke hinder. Dat geldt niet voor alle beheertypen. Bosplantsoen op een lager kwaliteitsniveau is, zeker in het buitengebied, mogelijk.
Vanzelfsprekend zijn er kosten gemoeid met het beheer van al dat groen. De totaalkosten voor het huidige beheer van bomen en beplantingen bedragen € 1.183.463,- per jaar (2023). Dit is opgesplitst in beheer
(€ 866.724,-) en groot onderhoud. (€ 316.739,-).
Het groenbeleidsplan wordt gebruikt bij het uitvoeren van de regels die ter bescherming van groenvoorzieningen (waaronder bomen) in de Algemene Plaatselijke Verordening 2021, het bestemmingsplan en het tijdelijke omgevingsplan (als bedoeld in de Omgevingswet) zijn vastgesteld. Ook wordt het groenbeleidsplan gebruikt bij het opstellen van de omgevingsvisie en het opstellen en uitvoeren van het definitieve omgevingsplan.
De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn
De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven wordt welke soorten en welke typen natuurgebieden (als leefgebieden voor soorten, habitat) beschermd moeten worden door de lidstaten.
Het uitvoeringsinstrument voor de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in Nederland is de Wet natuurbescherming. Deze wet beschermt de Nederlandse natuurgebieden, alsmede de planten- en diersoorten.
Ecologische hoofdstructuur = Natuurnetwerk Nederland
De ecologische hoofdstructuur zoals in 1990 is benoemd is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. De term ‘ecologische hoofdstructuur’ wordt nog veel gebruikt, maar is feitelijk vervangen door ‘Natuurnetwerk Nederland’ (NNN). Er vallen delen van NNN binnen de grenzen van de gemeente Opmeer. Via de volgende link is de ontwikkeling in kaart gebracht: Natuurnetwerk Nederland (NNN) – Provincie Noord-Holland
Het landelijk gebied van Opmeer bestaat voor een groot deel uit grasland. Naast het agrarisch belang, heeft dit ook een essentiële functie voor weidevogels. Een aantal gebieden is aangewezen als weidevogelleefgebied. Ten gunste van de weidevogels wordt in verschillende gebieden agrarisch natuurbeheer toegepast. Vergeleken met het groenbeleidsplan van 2009 is het weidevogelleefgebied aanzienlijk uitgebreid. Via www.noord-Holland.nl, zoekterm ‘PRV kaart 4 ecologie NNN’ is een kaart beschikbaar waarop de weidevogelleefgebieden zijn aangegeven.
Wet Natuurbescherming
De Wet Natuurbescherming, die op 1 januari 2017 in werking is getreden, regelt de bescherming van natuurgebieden en planten- en diersoorten. De huidige Wet Natuurbescherming zal opgaan in respectievelijk de Omgevingswet en de daarop gebaseerde AMvB’s en de Regeling. Het beschermingsniveau blijft op eenzelfde niveau.
Bescherming planten- en diersoorten
In de Wet natuurbescherming worden 945 soorten, onderverdeeld in drie categorieën, actief beschermd. Net als bij de eerdere Flora- & Faunawet is het opzettelijk vernielen, beschadigen en wegnemen van nesten, rustplaatsen (en eieren) van vogels, alsook het verstoren, verboden. De bescherming omvat ook inhoud en omgeving ervan, voor zover het broedsucces daarvan afhankelijk is.
Onder bepaalde voorwaarden mogen activiteiten doorgaan. Er is dan een gedragscode, ontheffing of vrijstelling nodig.
Een gedragscode is een protocol voor het zorgvuldig handelen bij het verrichten van bestendig beheer* en ruimtelijke ontwikkeling. Dit ter voorkoming van verbodsovertreding op de Wet Natuurbescherming.
Gedragscode soortbescherming voor Gemeenten
Bedoelde gedragsregels zijn gebundeld in een ‘gedragscode soortbescherming voor gemeenten’ waaraan de gemeente zich conformeert. Doelstelling van de gedragscode is de invloed van werkzaamheden op de soortenrijkdom uit te sluiten.
Als de gedragscode onvoldoende bescherming biedt moet een ontheffing worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). Onderdeel van het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, dienst Regelingen.
Indien men het vermoeden heeft dat er beschermde planten en of dieren voorkomen (incl. habitat) op een bepaalde locatie moet hier onderzoek naar gedaan worden inclusief een studie naar de verwachte effecten.
* bestendig beheer: voortzetting van (regulier) onderhoud gericht op behoud van de bestaande situatie.
Bescherming natuurgebieden
De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is vervangen door de Wet natuurbescherming. De oorspronkelijke wet was een Nederlandse wet die in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In de vorige, maar ook in de huidige wetgeving is de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn en bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands) zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de wet:
Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijn gebieden);
Beschermde Natuurmonumenten;
Wetlands.
Geen van de bovenstaande gebieden zijn aanwezig in de gemeente Opmeer; wijzigingen van bescherming van gebieden in de nieuwe wetgeving zijn binnen de gemeente niet van toepassing.
Zorgvuldig handelen
Boomeigenaren moeten volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek (artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek) voldoen aan de wettelijke bepalingen ten aanzien van bomen. Zij dienen zorgvuldig te handelen. Dit betekent dat regelmatig boomveiligheidscontroles worden uitgevoerd en dat onderhoud wordt gepleegd.
De boomeigenaar moet zich vergewissen dat de bomen geen gevaar opleveren voor de gebruikers van de openbare ruimte. Als schade en/of letsel is ontstaan, moet de boombeheerder kunnen verwijzen naar het uitgevoerde onderhoud en uitgevoerde visuele boomcontroles. Daaruit komt naar voren dat voldoende maatregelen getroffen zijn om schade en/of letsel te voorkomen. Op basis van rechterlijke uitspraken onderscheiden we de volgende drie typen:
Algemene zorgvuldigheid
Verplichting om bomen regelmatig en systematisch op deskundige wijze te (laten) beoordelen en op basis daarvan zo nodig actie te ondernemen.
Verhoogde zorgvuldigheid
Verplichting om bomen op locaties met verhoogde gevaarzetting (pleinen, winkelcentra, speelplaatsen etc.) tenminste 1 keer per jaar te laten controleren.
Nader onderzoek
Geldt voor bomen waarbij uitwendige gebreken of symptomen voor verborgen gebreken zijn vastgesteld, die een potentieel risico kunnen betekenen. Nader onderzoek moet uitwijzen wat de aard en ernst van die gebreken is en welke maatregelen noodzakelijk zijn.
De boomcontrole kan uit worden gevoerd aan de hand van de VTA-methode (Mattheck & Breloer, 1995). Ook andere methoden zoals SIA (Wessolly, 1996) en IBA (Reinartz & Schlag, 1996) worden gebruikt. Op basis van zintuiglijke waarneming wordt de boom beoordeeld op (mogelijke) gebreken. Worden deze geconstateerd dan moeten maatregelen getroffen worden. Deze kunnen bestaan uit het treffen van beheermaatregelen, verhoogde controle of een nader onderzoek.
Voor beplantingen geldt ook dat zorgvuldig gehandeld moet worden. Daarbij geldt dat eventuele bomen in beplantingen niet individueel opgenomen worden. Het Praktijkadvies boomveiligheid in bos en natuur (Vereniging van Bos- en Natuurterrein Eigenaren, 2015) wordt voor beplantingen gehanteerd.
Vrij uitgroeiende boom met een lage omgevingsrisicoklasse.
Omgevingsvisie en omgevingsverordening
Het beleid van de provincie is beschreven in de Omgevingsvisie NH2050 (vervanger structuurvisie) en de Omgevingsverordening NH2020.
In de omgevingsvisie NH2050 is de balans tussen economische groei en leefbaarheid de leidende hoofdambitie. Met de omgevingsvisie heeft de provincie, vanuit bestaande kwaliteiten en kansen richting gegeven om houvast te bieden aan de onvoorspelbare veranderingen die zich in de nabije toekomst voltrekken. Dit is beschreven aan de hand van acht ontwikkelingen die op de provincie afkomen (hoofdthema’s): klimaatverandering, bodem, water- en luchtkwaliteit, biodiversiteit, economische transitie, energietransitie, mobiliteit, verstedelijking en landschap.
De Omgevingsverordening (momenteel de Omgevingsvergunning NH2020) geeft een overzicht van de geldende regels op het gebied van natuur, milieu, mobiliteit, erfgoed, ruimte en water.
Natuur- en Recreatieplan 2016
In 2016 is op initiatief van het Recreatieschap Westfriesland het Landschapsplan Westfriesland uit 1997 geactualiseerd en van bovenstaande nieuwe naam voorzien. Het beschrijft een gemeenschappelijke regeling van de wijze waarop Westfriesland om wil gaan met de combinaties natuur, recreatie en landschap. Niet wordt ingezet op het ‘maken’ van nieuwe landschappen en het afbakenen van stedelijke ontwikkeling. Bij ontwikkeling staan juist de bestaande ruimtelijke kwaliteiten centraal. Focus ligt op toevoegen van kwaliteit, het aanbod beter afstemmen op de vraag en het beter verbinden van groen met de woon- en leefomgeving.
Combinatie natuur en recreatie.
Wateroverlast en watertekort
Belangrijke speler in het geheel is het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Zij heeft als kerntaken water beheren, water keren en water zuiveren in haar beheersgebied. Droge zomers, hevige regenbuien, zeespiegelstijging: aanwijzingen dat ons klimaat verandert. Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van voldoende water en droge voeten, moeten het water op een slimme manier worden beheerd. Het hoogheemraadschap neemt de komende jaren maatregelen tegen wateroverlast en -tekort. Zo wordt het watersysteem op orde gebracht voor de toekomst.
Water vasthouden in de woonwijk.
Omgevingsvergunning vellen houtopstanden
In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2021 is opgenomen dat het verboden is om zonder vergunning bomen te vellen die vermeld zijn op de Bomenlijst. Op deze Bomenlijst staan zowel gemeentelijke als particuliere bomen. Van kap kan ook sprake zijn als er zeer drastisch wordt gesnoeid, bijvoorbeeld het verwijderen van een groot deel van de kroon.
Door op deze lijst te kijken is het voor de burger op te zoeken of een boom wel of niet gekapt mag worden zonder vergunning. Zie voor de lijst: https://simsite.opmeer.nl/document.php?fileid=23965&attachment=1&f=24df4e2b680bbec197b2af98878759e1&c=387
Toekomstvisie Opmeer 2030: Thuis in Opmeer
In de Toekomstvisie Opmeer 2030 is vooruitgekeken en een droombeeld geschetst van de inwoners van Opmeer. Dit is verwoord in een Toekomstvisie. Het geeft invulling aan de ontwikkelingen binnen de gemeente. Het volledige rapport is beschikbaar op https://www.opmeer.nl/toekomstvisie-opmeer-2030
Beleidsplan Fysieke Leefomgeving 2021-2024
Het Beleidsplan Fysieke Leefomgeving 2021-2024 is de basis voor de programmatische en integrale uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van het omgevingsrecht (vergunningverlening, toezicht en handhaving) en richt zich op de fysieke leefomgeving van de gemeente Opmeer. Aan de bescherming van monumentale en beeldbepalende bomen is een hoge prioriteit toegekend. Ingezet wordt op:
Bestemmingsplannen
In het bestemmingsplan ‘Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek 2017’ zijn gronden aangewezen waarvoor regels voor de bescherming van bomen en ecologisch waardevolle groenvoorzieningen gelden in de vorm van een vergunningsplicht met een afwegingskader. De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de groene hoofdstructuur en/of aan het cultuurhistorisch waardevol Kerkepad inclusief de daarbij behorende bomenrij.
Coalitieprogramma 2022-2026
Aan de hand van de ‘Toekomstvisie Opmeer 2030: Thuis in Opmeer’ is in het Coalitie-programma beschreven hoe de in de Toekomstvisie beschreven ambities gerealiseerd worden. Die ambities luiden:
De coalitie doet een aantal toezeggingen, gerelateerd aan bovenstaande ambities. Daarnaast is een uitvoerige tabel opgenomen in het programma, waarbij per onderwerp een programma (één of meerdere actiepunten) is uitgewerkt. Het coalitieprogramma is daarmee een concrete uitwerking van de wijze waarop de komende vier jaar ingevuld wordt.
De gemeente Opmeer heeft door de jaren heen hun visie op de openbare ruimte, het groen en ruimtelijk beleid geformuleerd. Het is belangrijk dat de verschillende visies op elkaar afgestemd zijn, ofwel dat er sprake is van raakvlakken tussen de diverse visies. Voorbeeld van een dergelijke samenhang is de verhouding tot de omgevingsvisie NH2050 en voorstaand groenbeleidsplan. De omgevingsvisie richt zich op de balans tussen economische groei en leefbaarheid. Het groenbeleidsplan van de gemeente richt zich met name op het tweede deel: de leefbaarheid waarmee een afstemming tot stand is gekomen.
Uiterlijk in 2024 moet Opmeer beschikken over een omgevingsvisie als bedoeld in de Omgevingswet, die in de plaats komt van de verderop vermelde Structuurvisie 2012-2025.
De openbare ruimte moet een substantiële bijdrage leveren aan een blijvende gezonde en leefbare woon- en werkomgeving en als zodanig de bewoners met elkaar verenigen
Burgeriniatief aantrekkelijke leefomgeving.
De groenvisie is een uitwerking van de overkoepelende visie van de gemeente Opmeer op de openbare ruimte als geheel. Dat houdt in dat het beantwoorden aan de ambities binnen het openbare groen dienend is en extra impulsen geeft aan de openbare ruimte als geheel. Concreet kan de visie op het openbare groen als volgt verwoord worden:
De gemeente Opmeer draagt het kenmerkende beeld van een groene gemeente, met een duidelijk open karakter. Dit beeld dient gehandhaafd te blijven, dan wel versterkt te worden door invulling te geven aan de in dit beleidsplan genoemde ambities.
Aan de hand van een aantal belangrijke en actuele thema’s wordt de komende jaren gewerkt aan het nastreven van de gemeentelijke ambities. De groenvisie geeft bestaansrecht aan het groen in de bebouwde omgeving.
In 2012 is een structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente Opmeer tot stand gekomen. Het plan is bedoeld voor de vaststelling van de hoofdlijnen van het gemeentelijke ruimtelijk beleid en wordt herzien na het jaar 2025.
De structuurvisie biedt een kader voor op te stellen ruimtelijke plannen en voor ondersteunende beleidsnota’s. Het is een visie die samenbindt en enthousiasmeert, die als kapstok en kader fungeert en die gedragen wordt, zowel binnen als buiten het gemeentehuis.
In de structuurvisie zijn de op dat moment geldende situaties beschreven met een daaraan verbonden ambitie. Hoewel sommige situaties raakvlakken hebben is de voor het groen meest relevante ambitie beschreven onder het onderwerp “Natuur; behouden en benutten”. Beschreven is:
De gemeente wil de bestaande natuurwaarden van de natuurgebieden behouden en zich tevens inzetten voor verbetering van de mogelijkheden van het recreatief medegebruik van deze gebieden.
Concluderend kunnen de verschillende visies gekenmerkt worden door een aantal termen: groen, open, doorlopend, leefbaar, recreatie, welzijn, samen.
Om inhoud te geven aan de geformuleerde visies openbare ruimte, de groenvisie en de structuurvisie 2025 heeft de gemeente als belangrijkste ambitie om het groen steeds aan te laten sluiten op tenminste één van de in dit groenbeleidsplan genoemde thema’s. ‘Tenminste’, omdat gelijktijdige aansluiting op meerdere thema’s vanzelfsprekend meer waarde geeft aan het aanwezige groen.
Zoals bij de uitleg over de opbouw van voorliggend groenbeleidsplan is genoemd betreft het de thema’s
en de overkoepelende thema’s
Trends
Door de uitdagingen waar we voor staan op het gebied van verandering van het klimaat maar ook vanwege het groeiende belang van een leefbare omgeving, het welbevinden en de gezondheid van de bewoners is het beheren van groen een steeds wisselende aangelegenheid. Het is altijd in ontwikkeling, getuige de trends die steeds de kop opsteken. Gedacht kan worden aan:
De gemeente volgt deze en andere actuele ontwikkelingen op de voet om vervolgens al dan niet de voorgestelde weg in te slaan.
Groen in plaats van verharding.
Biodiversiteit is eenvoudig te omschrijven als verscheidenheid aan leven en aan soortenrijkdom, maar het gaat ook om de samenhang tussen de verschillende soorten en over balans tussen die soorten. Biodiversiteit zorgt voor schone lucht, voor drinkwater, voor gezond eten, voor een leefbare omgeving. Hiermee is direct de verbinding benoemd met overige thema’s binnen dit groenbeleidsplan.
De gemeente Opmeer ambieert een stabiel leefgebied met daarbij passende soorten in een zo groot mogelijk doorlopend, ononderbroken en niet versnipperd groengebied.
Biodiversiteit.
Als er niet ingespeeld wordt op het steeds extremer worden van de weersomstandigheden, dan kan dit leiden tot schadelijke gevolgen. Overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte zijn wat voorbeelden van de invloed van het klimaat. Klimaatadaptatie is de term die duidt op het omgaan met en verwerken van deze extremen.
Groenbeheerders kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan verminderen van de effecten van het wijzigende klimaat. Verminderen van wateroverlast, inperken van de hitte/droogtestress en opvang van stikstof zijn de belangrijkste ambities binnen dit thema.
Duurzaamheid is een containerbegrip vanwege het ontbreken van een scherp afgebakende betekenis. Het kan door de gebruiker naar eigen goeddunken worden toegepast. In dit beleidsplan wordt ‘duurzaamheid’ als overkoepelend begrip voor ‘bedoeld om lang mee te gaan’ aangeduid.
Duurzaamheid gaat ook over zaken die geproduceerd of verkregen worden op een voor de omgeving zo min mogelijk belastende wijze (milieuvriendelijk, grondstof besparend).
Om te kunnen voldoen aan de wensen van klimaatneutraliteit, klimaatbestendigheid, toekomstbestendigheid en een waardevolle, leefbare omgeving wordt steeds gekozen voor de optie die het langst meegaat en het minst kwalijke effect sorteert op de gestelde doelen (dus de meest duurzame optie).
Waar voorheen gezondheid stond voor ‘lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn onder de afwezigheid van een aandoening of handicap’ richt de mens zich tegenwoordig meer op de door Huber ontwikkelde visie van gezondheid (2011). Daarbij gaat het niet om “gezond= niet ziek” maar betekent gezondheid dagelijks functioneren, lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven en sociaal-maatschappelijk participeren. Hierbij past de ambitie om de buitenruimte, specifiek de groene omgeving geschikt te maken om deze gezondheidsaspecten te kunnen plaatsen. Andere thema’s spelen eveneens een belangrijke rol om een zo hoog mogelijke mate van gezondheid en welzijn te kunnen bereiken.
In aansluiting op het thema ‘gezondheid en welzijn is het zeker het vermelden waard dat in september en oktober 2020 een onderzoek is uitgevoerd onder bewoners. 762 inwoners heeft scores toegekend voor de manier waarop de gemeente haar taken vervult. Onderwerpen daarin zijn bijvoorbeeld woon- & leefomgeving, welzijn & zorg en gemeentelijke dienstverlening. Op www.waarstaatjegemeente.nl, zoekopdracht ‘Opmeer’ bij dashboard ‘burgerpeiling’ is het rapport te downloaden. Vooruitlopend op activatie: de inspanningen van de gemeente wordt met een ruim voldoende beoordeeld.
Wonen, zorg, groen en spelen gecombineerd.
Om de genoemde ambities te kunnen realiseren moeten al dan niet beheermaatregelen genomen worden. Het staat voor aanleg en onderhoud van het groen op een door genoemde ambities gestuurde wijze. Als voorbeeld kan genoemd worden dat een boom op een gazon niet perse opgekroond hoeft te worden. Met vrij uitgroeien van een boom worden de ambities biodiversiteit en klimaatadaptaties ondersteund. Of dat een graspad gerealiseerd wordt in een bloemenweide in plaats van een tegelpad in het gazon, wat bij veel wandelaars het welbevinden (thema gezondheid en welzijn) verhoogt.
Beheer omvat ook ontwerp/ontwerp bij renovatie van de buitenruimte. Het ontwerp dient te allen tijde ondersteunend te zijn aan de ambities, inclusief duurzaamheid. Daarbij dient altijd sprake te zijn van een vervulling van één of meerdere functies, wat verderop in het beleidsplan uitgewerkt is.
Combinatie in- en extensief beheer.
Ambitie bij dit thema is om een bruikbare en transparante wisselwerking in stand te houden tussen gemeente en inwoners door te informeren en te enthousiasmeren.
Indien hiervoor aanleiding is worden inwoners, verenigingen of bedrijven uitgenodigd om gezamenlijk vorm te geven aan het beschreven beleid. De mogelijkheden hiertoe zijn eenvoudig en laagdrempelig: rechtstreeks, via website, sociale media, plaatselijke krantjes, informatieavonden, informatiebijeenkomsten etc. Bij elke actie worden één of meer thema’s bediend. Het benoemen welk thema dit betreft maakt derden bewust van keuzes, enthousiasmeert en geeft gedeelde verantwoordelijkheid.
Ook buiten de gemeentelijke grenzen is samenwerking van wezenlijk belang. Biodiversiteit, klimaatadaptatie, zorg voor een leefbare omgeving en gezondheid en welzijn laat zich niet vangen binnen administratieve grenzen. In het Pact van Westfriesland 7.1 is het uitvoeringsprogramma van zeven gemeenten gebundeld om de welvaart en het welzijn in de regio te versterken. https://regiowestfriesland.nl/nl/onze-regio/pact-van-westfriesland
Ook het eerder genoemde initiatief om Westfriesland klimaatbestendig te maken is een voorbeeld van effectieve samenwerking. https://sway.office.com/QvKcDIvp3dgy2jPr
Groen is van grote betekenis voor de beleving van de omgeving. Zowel in het landelijke gebied als binnen de woonkernen is groen een belangrijke drager van het landschap en de buitenruimte. De groenstructuur bestaat uit verschillende elementen, waar op basis van verschillende waarden een onderverdeling gemaakt kan worden. Verderop worden enkele waarden van het groen beschreven. De daarbij gemaakte opsomming van de functies van het groen bepalen de waarde van het betreffende groen.
De waarde die groen vertegenwoordigt wordt doorgaans ondergebracht in de volgende categorieën:
Groen kan ook tegelijkertijd meerdere waarden vervullen. Denk aan bloemrijk grasland met natuurwaarde én de bijdrage aan een aangename leefomgeving. Binnen deze vijf waarden kan groen meerdere functies bekleden. Zoals hetzelfde bloemrijke grasland met groot soortenrijkdom (biodiversiteit) en de schoolklas die hier op excursie gaat (educatieve functie). Allerlei combinaties zijn mogelijk. Zoals de boom die grof gesnoeid wordt: deze verliest grotendeels zijn natuurwaarde maar behoudt zijn verkeers-geleidende functie.
Biodiversiteit
Eén van de thema’s waaromheen de gemeente hun groenbeleid heeft opgebouwd is biodiversiteit (zie hoofdstuk Ambities). Biodiversiteit, ‘verscheidenheid in leven’ is tevens een belangrijke waarde van groen. Alle leven in onze buitenruimte berust op en is afhankelijk van goed werkend natuurlijk milieu. Zij zorgen voor het continueren van alle stromen en kringlopen waardoor een zeker evenwicht ontstaat. Een dergelijk milieu wordt ‘ecosysteem’ genoemd. Bij een goed functionerend ecosysteem is sprake van een dynamisch evenwicht. Dit houdt in dat wordt ingespeeld op steeds wijzende omstandigheden.
Groen vormt een leefomgeving en een voedselbron voor dieren. De ecologische waarde kan vorm krijgen als groot natuurgebied, als onderdeel van een ecologische verbinding of als groenelement in de stedelijke omgeving met een ecologische inrichting.
De soortkeuze van bomen versterkt de relatie met het omliggende landschap of biedt een verwijzing naar verre streken. Zelfs als er niet direct een fysieke verbinding met de omgeving is, kan de beleving van het landschap binnen de bebouwde kom worden ervaren door toepassen van streekeigen beplanting.
De ontwerper en beheerder richten zich voornamelijk op de duurzaamheid van bomen; groeiplaats, soortkeuze en een samenhangende inrichting bieden een gewaardeerde openbare ruimte. Indien de ontwerper meerdere functies aan groen kan toekennen dan wordt de toekomstverwachting vergroot.
Tegenhanger is de monocultuur, waarmee gedoeld wordt op een eenzijdige samenstelling van gewassen/aanplant. Gevolg van deze eenzijdige samenstelling is de kwetsbaarheid voor ziektes en aantastingen. Het verdwijnen van grote aantallen paardenkastanjes in ons land als gevolg van de bloedingsziekte is hiervan een voorbeeld. Biodiversiteit is daarmee een middel om deze kwetsbaarheid in te dammen.
Biodiversiteit.
Klimaatadaptatie
Ook als hoofdthema naar voren geschoven en tevens een belangrijke waarde van groen is klimaatadaptatie. Groen draagt bij aan klimaatbeheersing. Bomen en planten nemen voor een deel de kooldioxide (CO2) op die we veroorzaken met energie- en brandstofverbruik.
Zowel in het landelijke gebied als in de stedelijke omgeving is er behoefte aan de opvang van water en een vergroting van het wateroppervlak. Groen kan geschikt zijn voor de (tijdelijke) opvang van water al dan niet in combinatie met vergroting van het wateroppervlak.
Aanwezigheid van groen en bomen is tevens functioneel als het gaat om hittestress te verminderen. Groen neemt hitte op en biedt schaduw waardoor de temperatuur rondom groen en bomen aangenamer is dan in de onbegroeide omgeving.
Klimaatadaptie.
Groen heeft een grote esthetische waarde. Groen zorgt voor een verfraaiing van de landschappelijke en stedelijke omgeving.
Ruimtelijke waarde van groen
Groen geeft een stad of dorp een gezicht. Vooral bomen hebben door hun hoogte en omvang een grote ruimtelijke werking. Groen wordt gebruikt om structuren te versterken, samenhang te creëren of wegen en routes te begeleiden. Verder draagt het bij aan de oriëntatie binnen de woonkernen en de identiteit van wijken. Met groen kan het onderscheid tussen wijken en woonkernen ruimtelijk versterkt worden en kunnen belangrijke punten geaccentueerd worden.
Intensief beheer vaste planten bij entree Opmeer.
Historische waarde van groen wordt gekenmerkt door Monumentale bomen en/of oude bomen of haagstructuren. Deze waarde is vaak een uitgangspunt voor de ruimtelijke waarde. Groen kan de historische structuur van een dorp of landschap aanduiden. Oude beuken midden in het dorp zijn van grote waarde voor de cultuurhistorie van een dorp.
Groen als decor of plaats voor recreatie
Mensen ontspannen sneller in een groene omgeving. Intensieve en ruimte vragende recreatie zal voornamelijk buiten de stedelijke omgeving plaatsvinden in het landelijke gebied, op sportterreinen of in recreatiegebieden. Binnen de stedelijke omgeving bieden groenelementen als plantsoenen, parken en volkstuinen ruimte voor ontmoetingen, sport en ontspanning dicht bij huis.
Afschermende functie
Groen kan gebruikt worden ter afscherming, isolatie of windkering. Het bestaat dan meestal uit een dicht scherm van bomen en/of opgaand groen.
Inrichting
Bij de inrichting kunnen functies aan groen en bomen worden toegeschreven. Zo kunnen er functies zijn voor de verkeersveiligheid door begeleiding te bieden bij de wegstructuur of verkeersremmend werken. Bomen kunnen schaduwplekken geven op bijvoorbeeld speelplaatsen. Ook is te denken aan andere functies, als het zijn van- of versterken van oriëntatie- en herkenningspunten.
Groen bevordert de gezondheid
Er is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan waaruit blijkt dat groen een grote bijdrage levert aan het welzijn van mensen in een stedelijke omgeving. Zieken blijken sneller te herstellen in een ziekenhuis met een groene omgeving. Daarnaast zorgt groen voor schonere lucht. Het wordt steeds duidelijker dat groen (en dan met name bomen en struiken) fijnstof uit de lucht kan afvangen waardoor de luchtverontreiniging door bijvoorbeeld autoverkeer in steden verminderd.
Voor mensen heeft de ecologische functie van het groen voornamelijk te maken met natuurbeleving.
Groen met recreatieve functie.
Groen loont
Huizen in het groen zijn meer waard dan huizen zonder groen. Onderzoeken tonen aan dat groen de waarde van vastgoed in positieve zin beïnvloedt.
Gezondheid en ziekteverzuim
In een groene omgeving gedijen mensen beter (minder zorgkosten): minder ziekteverzuim, hogere productiviteit en daarmee economisch gezien waardevoller.
Schade en overlast
Met een verwijzing naar klimaatadaptatie: door waterberging wordt schade door wateroverlast voorkomen, wordt CO2 afgevangen en wordt de lucht gezuiverd. Meer waterberging in de bodem betekent minder water in de riolering wat daarmee ook niet gezuiverd hoeft te worden. Aanwezigheid en gebruik van groen staat voor kosteloos omgaan met de kwalijke effecten van extreem weer.
Verkoeling
Aanwezigheid van groen kan zo maar enkele graden verschil maken in een bebouwde omgeving: een volwassen boom, vanzelfsprekend afhankelijk van de boomsoort, staat gelijk aan het gebruik van tien airco’s.