Genoemde thema’s -biodiversiteit, klimaatadaptatie, duurzaamheid, gezondheid/welzijn- zijn in het leven geroepen om de ambities van de gemeente Opmeer te kunnen waarmaken. Om te werken in de lijn van één of meer gekozen thema’s is gericht beheer nodig. Juist omdat het in meer dan één thema van toepassing is wordt beheer als overkoepelend thema aangemerkt.
Onderstaand is een overzicht opgenomen van het beheer in algemene zin, dus niet gericht op een bepaald deel van de gemeente Opmeer. Dat is een logische keuze, omdat thema’s niet gebonden zijn aan specifieke plaatsen in de gemeente, maar gelden voor alle werkzaamheden in de gehele gemeente Opmeer.
Het beheer staat daarmee niet in dienst van de gemeente Opmeer, maar eigenlijk in dienst van de gekozen thema’s.
Ook overkoepelend als thema is communicatie en samenwerking. Hiervoor is gekozen omdat het op alle gebieden van toepassing is; geen enkel thema kan succesvol worden zonder effectieve toepassing van deze twee facetten. Bewoners en gemeente dienen goed te communiceren om een effectieve samenwerking tot stand te kunnen brengen. De gemeente is daarbij in de praktijk vaak de faciliterende partij om initiatieven van de grond te kunnen krijgen. En om bewoners en bedrijven ‘mee te kunnen nemen’ in de groene ambities van de gemeente. Met een goede samenwerking treedt een kentering op in het idee dat de gemeente de enige verantwoordelijke is voor het groen in de woon- en werkomgeving. Zeker in de aanvangsfase van het hernieuwde groenbeleid is informeren van derden door de gemeente een aandachtspunt.
Het is van wezenlijk belang om als gemeente steeds terug te grijpen en te verwijzen naar het uitgestippelde beleid om bewustwording en enthousiasmering (en dus draagvlak) bij de bewoners te creëren.
De gemeente realiseert zich dat samenwerken een noodzaak is. Zij maakt daarom ook graag gebruik van de vakkennis die bij burgers en bedrijven aanwezig is op allerlei gebieden, zeker ook op het groene vakgebied. Samenwerking biedt voor alle partijen een meerwaarde.
Omdat de thema’s biodiversiteit en klimaatadaptatie meer aandacht opeisen in het beleid volgt hieronder een uitwerking van deze thema’s. Deze richten zich meer op beheeraspecten.
Biodiversiteit is kortweg de verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied – van een waterdruppel tot een compleet bos of zelfs de aarde als geheel. Biodiversiteit omvat alle soorten planten, dieren en micro-organismen, maar ook de enorme genetische variatie binnen die soorten en de variatie aan ecosystemen waar ze deel van uitmaken, van moerassen tot woestijnen. Het gaat dus lang niet alleen over bloemen, bomen en aaibare beesten. Het begrip omvat het totaalpakket aan levende organismen en systemen – en de interacties daartussen.
Biodiversiteit draagt bij aan toepassingen voor onder meer landbouw en natuurbescherming, maar ook voor duurzame economische groei en gezondheid. In en bij het beheer wordt de volgende manier invulling gegeven aan biodiversiteit:
Door klimaatverandering neemt het aantal extreem warme dagen toe. In de bebouwde omgeving is het doorgaans warmer dan in de omringende landelijke gebieden. Hoge temperaturen kunnen een veelheid aan effecten hebben. Wellicht de meest bekende is hitte-stress bij mensen, met negatieve gevolgen voor de gezondheid, met name van kwetsbare groepen. Dagen met een aanzienlijke kans op hittestress komen in de bebouwde kommen meermaals per jaar voor. Het aantal gaat verder toenemen. Daarnaast neemt de kans op piekbuien toe met als gevolg een toenemende kans op wateroverlast, zeker in op plaatsen met veel verharding en een beperkte afvoercapaciteit door hun hoge mate van verharding.
De gemeente treft daarom de volgende maatregelen:
Autochtone bomen en struiken zijn van hoge waarde voor de natuur in Nederland. Naast dat deze soorten in cultuurhistorische elementen als houtwallen, hakhout en vlechtheggen voorkomen, brengen zij een hogere genetische diversiteit met zich mee. Deze bomen en struiken hebben zich na de laatste ijstijd in Nederland op natuurlijke wijze gevestigd en verjongd.
Doordat autochtone populaties vanouds in Nederland groeien hebben zij sinds de ijstijden meer dan tienduizend jaar van evolutie en genetische selectie achter de rug. Hierdoor zijn zij beter aan Nederlandse bodem- en klimaatomstandigheden aangepast, zijn ze ziekteresistenter en hebben zij een hogere biodiversiteit dan inheemse bomen- en struiken met een herkomst buiten Nederland.
Als groen op een juiste wijze wordt ingevuld, dan gaat het ook langer mee, ofwel: dan heeft het groen een hogere duurzaamheid. Het begint al bij de aanleg: de omstandigheden moeten geschikt zijn om gedurende een aanzienlijk aantal jaren de beoogde functie van het groen te kunnen vervullen. Ook de gebruikte soorten moeten hier op afgestemd zijn, zodat het groenvak zonder noemenswaardige ingrepen als waardevol kan bestaan. Als de keuzes bij ontwerp en aanleg juist zijn, dan zijn beheeringrepen nauwelijks nodig.
Daarom gaat de gemeente Opmeer op de volgende manier om met het creëren van duurzaamheid:
Groen levert een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van de inwoners van de gemeente Opmeer. Dat geldt zeker niet uitsluitend voor de positieve effecten op de luchtkwaliteit en het klimaat. Het gaat ook over het recreëren in een gezonde, groene leefomgeving. Over wandelen, ontmoeten, samenwerken en samen leren, etc. De gemeente wil ook in de praktijk een belangrijke speler zijn in het bevorderen van gezondheid en welzijn van hun inwoners, onder meer door:
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
In Artikel 12 van de BBV is onder lid 1d opgenomen dat ‘Groen’ ook beschouwd wordt als kapitaalgoed. Het doel van het BBV is de begroting- en het verantwoordingproces van het opstellen van de jaarstukken transparanter te maken. Het betreft hier een begroting, een meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening. In dit plan worden als onderdeel van de BBV de vervangingskosten en de beheerkosten aangegeven van het groen.
Vervanging
Groen in de gemeente kent over het algemeen een beperkte levensduur en moet na een bepaalde tijd dan ook worden vervangen of worden omgevormd. In de meeste gevallen wordt groen om één of meer van onderstaande redenen vervangen, het groen:
De onderstaande tabel geeft inzicht in de omlooptijd van het groen en de jaarlijks te renoveren hoeveelheden anno 2023.
De gemeente Opmeer beheert vanaf 1 januari 2023 ongeveer 9.100 bomen. Het aantal is ten opzicht van het vorige beheerplan meer dan verdubbeld omdat bomen van het Hoogheemraadschap overgekomen zijn.Het beheer van de bomen richt zich op de volgende onderdelen:
Veiligheid
Uitgangspunt bij het boomveiligheidsbeleid is risicobeheersing. Het is niet mogelijk om veiligheid te garanderen. Dit wordt ook niet vereist vanuit de wet. Periodieke controles, uitvoering van veiligheidsmaatregelen en regulier onderhoud aan bomen kunnen de risico’s op ongevallen en materiële schade wel beperken. Het boomveiligheidsbeleid van de gemeente Opmeer geeft invulling geven aan het beperken van risico’s. De richtlijn biedt informatie om het veiligheidsbeleid op te stellen. Zij volgt daarom de Richtlijn Boomveiligheidscontroles van CROW.
Snoeibeheer
Snoeien van een boom doet een boom over het algemeen geen goed. Conflicten met de omgevingsruimte of het in stand houden van een bepaalde vorm noopt de beheerder toch tot het treffen van snoeimaatregelen. Om deze snoeimaatregelen efficiënt en goed uit te voeren werkt zij als volgt:
Begeleidingssnoei
Deze snoei wordt eens per drie jaar uitgevoerd bij bomen die hun uiteindelijke takvrije stam nog niet behaald hebben. Deze takvrije stam is nodig om overlast of schade te voorkomen. Een boom in een berm heeft takken boven de rijbijbaan. Een vrachtwagen moet hier onderdoor kunnen rijden zonder de takken te raken. Door regelmatig kleine snoeiingrepen uit te voeren aan de boom wordt de boom ‘begeleid’ naar zijn eindbeeld, bijvoorbeeld een takvrije tam van acht meter. Verruimen van de periode tussen de snoeibeurten levert zwaardere en duurdere snoeibeurten op. Niet goed voor de boom en kostenverhogend.
Onderhoudssnoei
Bomen die niet meer in de begeleidingssnoei fase zitten (en dus hun beoogde opkroonhoogte bereikt hebben) komen in de onderhoudssnoei fase. De bomen worden alleen nog gesnoeid indien sprake is van zogenaamde probleemtakken. Dat zijn takken die overlast of schade op kunnen leveren. In 90% van de gevallen betreffen het afgestorven takken die gemakkelijk uit kunnen breken of takken die uitgezakt zijn in te laag boven de rijbaan hangen. In andere gevallen gaat het over takken die onrechtmatige hinder veroorzaken. Dat kunnen bijvoorbeeld takken zijn die teveel licht wegnemen bij woningen. Gemiddeld wordt bij een boom de onderhoudssnoei eens per zes jaar uitgevoerd. Niet uitvoeren van onderhoudssnoei betekent dat de kans op schade, letsel of overlast toeneemt.
Vormsnoei
Bomen die een bepaalde vorm gekregen hebben door ingrijpen van de mens en waarbij die vorm behouden moeten blijven krijgen periodiek vormsnoei. Hieronder vallen bijvoorbeeld de knot- en leivormen (indien die niet periodiek gesnoeid worden worden het weer ‘gewone’ bomen). De snoeicyclus verschilt per vorm:
Kwaliteitsniveaus
Anders dan bij de groenvakken wordt bij de bomen geen kwaliteitsniveau gehanteerd volgens de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte. Planmatig Boombeheer®, waarbij de bomen in een vaste cyclus gesnoeid worden blijkt de beste beheeroptie te zijn. Hierbij worden bomen in de begeleidingssnoei fase eens per drie jaar gesnoeid. Bomen in de onderhoudssnoei fase worden gemiddeld eens per zes jaar gesnoeid. Of onderhoudssnoei uitgevoerd wordt is afhankelijk van de boomveiligheidscontrole. Als probleemtakken (bijvoorbeeld afgestorven takken of takken in de takvrije zone) aangetroffen worden dan volgt een snoeibeurt. Uitstellen van snoei levert in alle gevallen een verhoogd risico én hogere beheerkosten op.
Kappen van bomen
Bomen in een goede groeiplaats kunnen ook in een bebouwde omgeving oud worden. Hoe ouder de boom hoe meer waarden hij heeft. Langere omlooptijden (periode tussen aanplant en kap van de boom) zorgen voor minder afschrijvingskosten. Oudere bomen zijn daardoor zelfs economisch aantrekkelijk voor het beheer. Het is dus van belang dat bomen oud kunnen worden. Het kapbeheer van de gemeente Opmeer richt zich hierop. Zij kiest voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. In de gemeente staan nog enkele beplantingen onder slechte groeiplaatsomstandigheden. Beoordeeld wordt of opwaarderen van de groeiplaats mogelijk is en of de bomen dat waard zijn. Als dat zo is dan wordt de boom behouden en de groeiplaats verbeterd. Blijkt dit niet mogelijk te zijn dan wordt de boom gekapt en wordt een groeiplaats ingericht die geschikt is voor een boom met een lange omlooptijd.
Ziekten en plagen:
Bomen en zonnepanelen
De afgelopen jaren is een toename van het aantal particulieren en bedrijven dat zonnepanelen plaatst op daken van woningen of andere panden. De overheid stimuleert het toepassen van zonnepanelen. Ze leveren minder rendement op als een deel van het paneel schaduw krijgt door bijvoorbeeld bomen. Steeds vaker ontvangt de gemeente verzoeken om bomen te kappen of te snoeien om schaduwwerking op zonnepanelen te verminderen.
De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van de energievoorziening maar ook aan de groen- en bomenstructuur.
Het belang van de groen- en bomenstructuur ligt vast in dit plan. Als de gemeente verzoeken krijgt voor het verwijderen of snoeien van bomen om schaduw op zonnepanelen te voorkomen of verminderen, zijn deze beleidslijnen vaak conflicterend.
De gemeente hanteert als beleidsuitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, geen reden is voor het vellen van bomen. Het openbaar groen is waardevol voor de gemeente en dient bovendien een maatschappelijk belang. Indien de schaduwwerking van bomen verholpen kan worden door een snoeiingreep én het is boomtechnisch verantwoord dan kan overgegaan worden op snoei.
Vervanging groen
Zoals aangegeven bij Besluit begroting en Verantwoording provincies en gemeenten moet rekening gehouden worden met vervanging en daaraan gepaarde kosten van het groen. In het onderstaande beslismodel is aangegeven hoe hier mee omgegaan wordt.
Beslismodel
Veiligheid: De veiligheid kan nooit volledig gegarandeerd worden. Het is wettelijk bepaald dat de groeneigenaar zorgvuldig moet handelen. Onveilige situaties (een verhoogd risico) mogen niet voorkomen. Indien een vak niet veilig is dan moeten maatregelen getroffen worden. Bij een blijvend verhoogd risico wordt het vak gerenoveerd. Als het vak veilig te maken is dan wordt het niet gerenoveerd.
Functioneren: Als een vak niet functioneert dan is het nutteloos om het in stand te houden. In dat geval wordt het vak gerenoveerd.
Herinrichting: Reconstructies van civieltechnische aard hebben vaak tot gevolg dat de groenvakken meegenomen worden bij de herinrichting. Is het vak van goede kwaliteit dan moet beoordeeld worden of het behouden kan blijven. Blijkt dit niet het geval te zijn dan volgt een renovatie.
Slechte technische staat: Een vak kan een slechte technische staat hebben omdat bijvoorbeeld de planten in het vak niet groeien, te oud zijn of dat de verkeerde soortkeuze gemaakt is. Soms kan dat met beheeringrepen opgelost worden door bijvoorbeeld te snoeien, te bemesten of in te boeten. In dat geval blijft het vak behouden. Lukt dit niet dan wordt het gerenoveerd.
Overlast: Meestal wordt overlast door burgers gemeld. Het kan een belemmering van het uitzicht, wegnemen van licht, hinder van doornen, blad, vrucht- of bloesem, enz. Soms kan het opgelost worden door het treffen van een beheermatregel. Het vak kan in dat geval behouden blijven. Lukt dit niet dan wordt het vak gerenoveerd.
Dagelijks beheer
Het groen in de gemeente wordt onderhouden conform de Kwaliteitsgids Openbare Ruimte (KOR) van CROW. CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.
Deze gids kent vijf niveaus:
Kwaliteitsniveaus A+ en D zijn theoretische niveaus. Bij A+ mag bijvoorbeeld geen sprake zijn van onkruid of zwerfafval. De beheerder moet het dus voordat het groeit of op de grond ligt al weghalen. Dat is onmogelijk. Kwaliteitsniveau D betekent niets doen. Dat is in de openbare ruimte van Opmeer niet wenselijk.
Sinds een aantal jaren beheert de gemeente het meeste groen daarom volgens kwaliteitsniveau B. In de bosplantsoenvakken (vakken waar heesters én bomen gemengd voorkomen) wordt kwaliteitsniveau C aangehouden. Vaste planten en wisselperken worden op kwaliteitsniveau A onderhouden. Uit de evaluatie met de gemeente blijkt dat men tevreden is met de gehanteerde niveaus, zoals tevens verwoord in het rapport van de burgerpeiling ‘Waar staat Opmeer?’ uit 2020.
Het beheerplan 2023 is uitgegaan van een B-kwaliteit. De discussie over dit kwaliteitsniveau heeft er toe geleid dat het plan destijds maar voor één jaar is vastgesteld. De gemeenteraad wilde meer inzicht in de vertaling naar de praktijk. Daarbij is het wel of niet functioneren van een beplanting een belangrijk item geweest. De gemeenteraad en het college hebben begeleid door de buitendienst een rondgang gemaakt langs het groen van Opmeer. Daarbij is aangegeven dat een B-kwaliteit weliswaar een verzorgd beeld geeft maar dat dit, ondanks de naamgeving in de tabel, niet altijd functioneel is.
Thema’s als biodiversiteit en klimaatadaptatie kunnen in sommige gevallen beter functioneren op een lager kwaliteitsniveau. Voor het thema duurzaamheid geldt in sommige gevallen dat een hoger kwaliteitsniveau beter uit kan vallen. Variëren met niveaus is daarom een aandachtspunt in dit beheerplan.
Snippergroen
Indien een verzoek komt tot gebruik van een stuk snippergroen wordt tot overname besloten als het betreffende stuk snippergroen:
Vanzelfsprekend zijn aan het beheer van snippergroen door de burgers voorwaarden verbonden: het nog steeds openbare groen mag niet aan het zicht onttrokken worden (schutting, muur) en het snippergroen dient haar openbare karakter te behouden. Bovendien mag geen verkeersonveilige situatie gecreëerd worden.
Samenwerking
De gemeente wil de burgers stimuleren om actief deel te nemen aan de samenleving van Opmeer. Dit geldt zowel voor individuen maar ook voor onder andere groepen burgers, scholen en verenigingen. Op het gebied van openbaar groen zijn mogelijkheden om te participeren. Initiatieven vanuit de samenleving worden opgepakt en waar mogelijk ondersteund. Meer met elkaar dan voor elkaar. Gedacht kan worden aan aanpassing van beplanting waarna burgers het onderhoud voor hun rekening nemen.
Een grootschalige samenwerking is die tussen gemeente burgers, agrarische sector en bedrijfsleven. Door de Rijksoverheid en de provincie worden momenteel middelen beschikbaar gesteld voor allerlei projecten met een groene gedachte. Omdat de gemeente niet of nauwelijks beschikt over grond waar dergelijke initiatieven te realiseren zijn, bestaat haar taak voornamelijk uit initiëren. Het samenbrengen van partijen en hulp bieden bij de planontwikkeling, realisatie en het beheer.
Communicatie
Online Meldpunt Openbare Ruimte
Opmeer werkt met het concept Click Call Face. Dat betekent dat 80% van de enkelvoudige vragen via de click worden beantwoord. De gemeente werkt met de Fixi app of website, waarop meldingen openbare ruimte kunnen worden doorgegeven. Uiterlijk binnen drie dagen krijgt de melder een reactie wanneer en hoe de melding wordt afgehandeld. Er wordt aan gewerkt om de reactietijd zo kort mogelijk te houden waarbij gestreefd wordt naar één dag. De 20% complexere vragen blijven we afhandelen via de Call of de Face .
Burgerparticipatie
Steeds vaker willen onze inwoners en ondernemers zelf meedenken over de inrichting van de openbare ruimte. Daarom betrekken we omwonenden bij groenplannen.
Samenspraak
Als bewoners goed geïnformeerd worden, is er meer draagvlak voor de nieuwe plannen. Voor grootschalige groenrenovaties wordt ieder jaar een werkplan opgesteld. De inwoners worden uitgenodigd voor samenspraak. Zij krijgen informatie over het plan en kunnen hierover meedenken.
Gemeentepagina
Op de gemeentepagina in De Kogge (dekogge.eu) informeren we onze inwoners over groenrenovaties, kerstboominzamelingen en inloopavonden. Maar ook een aanschaf van bijvoorbeeld een groot werktuig laten we op die manier aan onze inwoners weten. Ook de gemeentelijke website wordt hiervoor ingezet.
Sociale media: X en Facebook
Via Facebook en X laten we aan onze volgers weten wat we doen aan de gladheidsbestrijding. Ook versturen we tweets via @gemeente_opmeer voor andere nieuwsberichten. Te denken valt aan het vegen van wegen, snoeiwerkzaamheden, inleveren van kerstbomen enzovoorts.
Oneigenlijk in gebruik genomen groen
De gemeente beschikt over een kaart met daarop aangegeven het groen dat oneigenlijk in gebruik is genomen. Deze kaart wordt continue aangepast. Bewoners die zonder toestemming de gemeentegrond gebruikten, moeten een gebruikersovereenkomst aangaan met de gemeente. Indien de grond voor verkoop in aanmerking komt dan wordt een koopovereenkomst aangeboden. Indien geen gebruikersovereenkomst is aangegaan dan wordt de grond teruggenomen. Bij bewonersmutatie wordt niet uitgeefbaar groen teruggenomen. Tijdens de onderhoudsronden wordt tevens gecontroleerd op nieuwe oneigenlijk ingebruiknemingen. Bij constatering daarvan wordt direct actie ondernomen om de ingebruikneming ongedaan te maken.
Het onkruidbeheer op de verhardingen
De inzet van chemische middelen ter bestrijding van onkruid op verhardingen is (wettelijk) niet toegestaan. Om te voorkomen dat onkruidgroei ontstaat is het allereerst van belang dat bewust omgegaan wordt met het ontwerpen, gebruiken en beheren van verhardingen.
De beheersing van het onkruid wordt op preventieve wijze mechanisch uitgevoerd. Het vegen van de verhardingen gebeurt volgens de schaalbalk uit de KOR op niveau B. Dit houdt tevens in dat onkruiden minder kans krijgen om te kiemen. Voor het beheersen van het onkruid worden milieuvriendelijke machines ingezet. Ten opzichte van chemische bestrijding is de mechanische aanpak aanmerkelijk duurder. Hiermee is rekening gehouden in de begroting.